Heeft Amersfoort een evolutionair groeiproces doorgemaakt of is het als een project opgestart ? Tot op heden gaat men uit van een evolutionair proces, een geleidelijke ontwikkeling. De andere mogelijkheid is dat Amersfoort op enig moment ontstaat door een besluit van de bisschop. Een beslissing om een militair strategische post te stichten op de plek, waar de west-oost-route de Eemvallei kruist.
De mensheid ontwikkelt zich stap voor stap, soms stapje voor stapje. Men plooit en glooit zich naar de omstandigheden; het landschap, het klimaat, het water, etc. Op enig moment vestigen boeren zich bij de voorde in het Eemdal. Na verloop van tijd gevolgd door kleine zelfstandigen. Meestal gaan de gedachten uit naar een herberg of een smid, iemand die het belang van reizigers en omwonenden dient. Die gedachte lijkt vastgeroest bij historici, ook Wulf dacht zo. Misschien is het anders.
Voorde geen plek, maar traject
De Eemvallei, van Rhenen-Wageningen tot Eemnes-Nijkerk, is nogal nat en er stromen meerdere beken. Op menige plaats is er een moeras. Namen als Veenendaal, Nijkerkerveen, Hooglanderveen wijzen daarop. Reizen doe je het liefst zonder extra inspanningen. Wie van de Utrechtse Heuvelrug naar de Veluwe wil, moet door de Vallei. Dat is wel een dingetje. Veluwe en Heuvelrug liggen hoog. De wegen zijn er beter begaanbaar dan in de natte Eemvallei. Door de Vallei zijn meerdere routes mogelijk. De Amervoorde is niet één doorwaadbare plaats maar een traject dat loopt via de hoge droge plekken in het landschap.
Route
’s Winters is die route te nat. Een meer droge route loopt vanaf het De Hof via het kopje van Bloemendaal naar het Hoge Land en de Malen van der Weede en Emeklaar, beide hoeven, die deel uit maken van de malen (marke) op het Hoge Land. En vandaar via Hoevelaken naar de droge wegen op de Veluwe.
De belangrijkste steden van het bisdom zijn Utrecht en Deventer. De kortste route tussen beide steden kruist de Eemvallei bij de Amervoorde. De weg over de Heuvelrug is geen probleem tot je afdaalt en bij drassig land of een beekje komt. Dat punt ligt mogelijk ergens bij de huidige Snouckaertlaan. Vandaar door drassige grond of water naar het kopje dat we nu kennen als Varkensmarkt en naar de hoogte van De Hof. Dan zijn er tenminste twee opties, een zomer- en een winterroute. Zomers als de waterstand laag is en er minder neerslag valt kan men mogelijk de route nemen die we nu kennen als de Lageweg. Vanaf de Varkensmarkt een weg die vrijwel linea recta loopt naar Hoevelaken: Langestraat, kopje van De Hof, Kamp, Lageweg.

Detail uit Atlas van Nederland in het Holoceen.
Een kortere route via de Hogeweg ontstaat mogelijk in samenhang met de ontginning van het Grauwe Veen te Hoevelaken in 1132. Daarbij doet zich ‘de-kip-of-het-ei-vraag’ voor. Start men de ontginning om de Hogeweg te beschermen of legt men de weg aan om ook ’s winters de ontginning bereikbaar te maken ?
In de vroege middeleeuwen is de route van ‘Snoukaertlaan’ naar ‘Hoevelaken’ op meerdere plekken nat of drassig. Als het de afvoer van water niet hindert kan men een dijkje aanleggen of een knuppelweg, zodat men ook daar droge voeten houdt. Maar op enkele plekken moeten de schoenen uit en is het waden naar de overkant.
De afstand van Utrecht naar de Amersvoorde komt overeen met een dag lopen, zo’n 20 km. Overnachten kan op de Heuvelrug, op het Hoge Land of de Veluwe. Op andere delen van het traject lijkt er vooralsnog weinig bewoning.
Wie ten zuiden van de voorde de Vallei wil doorkruizen Kan dat het beste doen via de Grebbe bij Rhenen. De west-oost-route tussen de Voorde en de Grebbe kruist meerdere beken. Zomers geen probleem, maar in het koude jaargetijde geen pretje. En voor een paard en wagen kan die route zelfs onneembaar zijn.
Evolutie
Langzaam neemt het aantal mensen bij de voorde toe. Het krijgt de omvang van een dorpje en ontwikkelt zich geleidelijk. Met de toename van het aantal mensen, neemt ook het aantal geschillen en ruzies toe. De behoefte aan afspraken, regelgeving zeggen we vandaag de dag, neemt toe. Maar ook daarover kun je het oneens zijn en wie bepaald dan waar het gelijk ligt.
De 16 hoeven op het Hoge Land regelen dat met elkaar. De Malen op het Hoogland zijn een markengenootschap. Eens per jaar op Sint Margriet, 13 juli, komen de maalmannen bijeen en nemen alle nodige beslissingen. Uiteraard over zaken die zij als malen behartigen, met name over land, water en over onderlinge geschillen.
Ten zuiden van het Hoge Land, gebied van de huidige Hof en Varkensmarkt, is er geen malen of marken en dus komen de regels en het gezag van boven. Als de bewoning toeneemt komt er een moment dat de bisschop van het Sticht de zaken gaat regelen. Hij stelt een van zijn ridders als schout. Meest waarschijnlijk is dit begin 12e eeuw. Deze ridder (miles) noemt zich naar het gebied dat hij beheert; Heer van Amersfoort.
Hof ontginningscentrum ?
Vaak stelt men dat de hof het centrum is dat ontginningen in het gebied leidt en waar boeren hun tienden (belasting) betalen. Maar past daarbij geen vraagteken ?
Ten zuiden op 2½ km, ruim een half uur lopen, is een dependance van de Sint Paulusabdij. De Hohorst, nu Heiligenberg, ontgint in Hamersveld, Woudenberg en Scherpenzeel. En al in 1028 heeft men recht op de tienden van het Hoge Land. Voor het innen van die tienden en ontginningen in de Eempolder heeft de abdij ook een steunpunt in Emmiclaer.

De Heren van Amersfoort ontginnen ten noorden van de voorde, o.a. in Hoevelaken en Zeldert. Beiden op tenminste 4 km. van de Hof. Vraag is tevens waarom een militair (ridder) de leiding heeft, terwijl elders monniken of een ambtenaar dit werk doet. De Hof is dus niet als ontginningscentrum is opgezet.
Creatie
Amersfoort kan echter ook op een andere wijze ontstaan. Niet als groeiproces maar door een besluit van de bisschop die daarvoor politiek en militaire redenen heeft. Geen evolutionaire ontwikkeling, maar bij besluit, een creatie.
Als de bisschop na de Noormannen terugkeert in Utrecht (+ 950), breekt een periode van groei aan. Mede door schenkingen bestaat het bisdom in de 11e eeuw uit de huidige provincies Utrecht, Gelderland, Overijssel, Drente en zuidelijke delen van Friesland en Groningen. Al snel eenderde van Nederland. De voorde door de Vallei is slechts een deel van de route tussen west en oost, geheel binnen het bisdom. Dan laat een buurman zich gelden. In zijn zucht naar meer zet de graaf van Gelre, nu net over de grens bij Venlo, de bisschop voor het blok en Amersfoort op de kaart.
In ongeveer 1075 neemt de graaf van Gelre de Veluwe in bezit. Daarmee splits hij het bezit van de bisschop in twee delen; het Sticht en Oversticht. Het eerste komt grofweg overeen met de provincie Utrecht. Het andere ligt aan de andere zijde van de IJssel en de latere naam is er van afgeleid. Het ligt ‘over de IJssel’ = Oversticht = Overijssel.
Door de tweedeling van het sticht wordt de Eemvallei opeens grensgebied, de oost grens van het Sticht. Een gebied met veel beken en veengebieden. Niet makkelijk passeerbaar. Op de grenzen met de hogere delen (Heuvelrug, Hoogland en Veluwe) goed leefbaar. Het biedt dat waar mensen behoefte aan hebben; voldoende water maar toch droge voeten. Beducht voor de graaf van Gelre moet de bisschop in eerste instantie acht slaan op die plaatsen waar hij problemen met de graaf verwacht. Daar waar men van Veluwe naar Sticht reist. Dat geld voor vriend en vijand. In de Vallei vallen twee routes op; via de Amersvoorde en via Rhenen en Grebbe.
Strategisch is het gebied rond de huidige Sint Joriskerk een goede keuze. Het ligt aan de route Utrecht – Deventer op de splitsing van zomer- en winterroute. En de vesting grenst aan bevaarbaar water. Schepen kunnen afmeren aan het Havik. Dat het een militair bolwerk is blijkt uit de aanstelling van een ridder. En wie de Sint Joriskerk bezoekt kan zien dat de toren niet als kerktoren gebouwd is. De twee meter dikke muren verraden dat het oorspronkelijk een donjon was, een kasteeltoren.
© 2022 Wulf Hofland
Lees ook:
‘’Wordt kruisvaarder Heer van de Voorde ?’ en andere verhalen in hoofdstuk Amersfoort.
Uw reactie, vragen, op- en aanmerkingen kunt u kwijt op: contact@amersfoorteneem.nl