De oudere Amersfoorters herinneren zich ongetwijfeld Het Dameshuis aan de Snouckaertlaan, recht tegenover de Korte Bergstraat. De dames wonen in een statig Herenhuis. Het Dameshuis ontstaat aan het eind van de 19e eeuw op initiatief van Cornelia en Carel Scheltus. Zij bepalen dat in hun testamenten en laten de benodigde middelen achter. Ten onrechte denken velen dat de dames in het Dameshuis van hoge komaf zijn of op zijn minst over de nodige gelden beschikken. In de jaren ’80 van de vorige eeuw sloopt men het Dameshuis en maakt het plaats voor de Otto Scheltusflat.
In de 2e helft van de 18e eeuw vestigt Isaac Scheltus, afkomstig uit Schoonhoven, zich in onze omgeving. In de eeuw die volgt is de familie Scheltus nadrukkelijk aanwezig in Amersfoort en Leusden. We zien ze terug als Heer van Leusden en in talrijke publieke functies zoals burgemeester, schout, commissaris van politie, regent van de Poth en vele andere bestuursplaatsen. Een kleinzoon met dezelfde naam als zijn opa krijgt vier kinderen, doch geen van die vier zorgt voor nageslacht. Deze tak van de familie sterft uit. Toch leven ze voort. Niet alleen door de namen van straten. Zo is de Scheltusflat vernoemd naar de oudste van deze generatie, Otto, die regent is bij het Pieters- & Bloklandsgasthuis. Hij laat in 1887 een groot bedrag na aan het gasthuis. De twee langst levenden zijn Cornelia Thomas-Scheltus en haar broer Carel Scheltus Isaäcszoon. Bij hen concentreert zich het familiekapitaal. Met dat geld zorgen zij er voor dat tot op de dag van vandaag de naam Scheltus voortleeft. Ze overlijden in 1894 twee dagen na elkaar. Een deel van hun geld laten ze na aan enkele bekenden en hun personeel. Maar daarnaast steunen ze met geld en onroerend goed bestaande organisaties zoals twee kerken en het Burgerweeshuis.

Een niet onaanzienlijk deel van hun vermogen gebruiken ze voor het stichten van een “Tehuis voor Dames uit de deftigen stand”. Voor dit doel laten zij geld na en een herenhuis met tuin aan de Soesterstraatweg. Het begin van die weg heet nu de Snouckaertlaan. In het huis is plaats voor negen dames van 45 jaar en ouder. Zij zijn “dochter uit den fatsoenlijke stand, die eene goede opvoeding hebben genoten, doch buiten hun schuld niet bij magte zijn in hun eigen onderhoud te voorzien”. De alleenstaande dames dienen te behoren tot de Hervormde-, Gereformeerde-, of de Christelijk Gereformeerde Kerk. Dit verraad niet alleen de kerkelijke achtergrond van de familie maar ook de kerkstrijd die toen gaande was. In het testament is eveneens bepaald dat het bestuur dient te bestaan uit zes personen, uit elk van de genoemde kerken twee. Veelzeggend is de bepaling dat in het bestuur geen predikant zitting mag hebben. Uitzondering op die regel is huisvriend ds. M.J. Bouman, die is belast met de uitvoering van de testamenten. Hij is ook de eerste voorzitter van Het Dameshuis. Een mooi voorbeeld hoe mensen hun eigenheid laten meewegen in hun nalatenschap. Dat vinden we ook terug in de huisregels. Carel Scheltus verdient een deel van zijn vermogen met de handel in drank, dus krijgen de dames bij het diner een glas bier en zondag’s twee glazen wijn.
Na de verkoop van het huis in de jaren ’80 beheert de Thomas Scheltus stichting de gelden. En conform de testamenten helpt men nog steeds alleenstaande protestants-christelijke dames van 45 jaar en ouder. Het gaat daarbij om dames die van een bijstandsuitkering of alleen AOW moeten rondkomen. De hulp loopt in de meeste gevallen via de diakenen van de kerken. Met regelmaat doen die een beroep op de stichting, bijvoorbeeld als een wasmachine of koelkast het begeeft. Een traditie is inmiddels de jaarlijkse paasactie. De kerken geven namen en adressen door van dames die aan de genoemde voorwaarden voldoen en een extraatje goed kunnen gebruiken. Diakenen bezorgen in de weken voor Pasen bij die dames een envelop met inhoud.
Het bestuur van de stichting ziet toe dat de middelen gebruikt worden zoals zus en broer Scheltus dat wilden. Ze zorgt er tevens voor dat er geen dode stichting ontstaat, waarvan het kapitaal groeit terwijl het gebruik daalt. Daartoe wijzigt men in 1987 de statuten, zodat ook protestants-christelijke huizen voor ouderen een beroep op het fonds kunnen doen. De Amerhorst, Nijenstede en de Lichtenberg doen dat jaarlijks en vragen een bijdrage voor zaken die anders niet te realiseren zijn. En in 2007 besluit het bestuur haar werkgebied uit te breiden met de kerken die de afgelopen eeuw (na 1896) van de drie oorspronkelijke kerken zijn afgesplitst. In Amersfoort zijn dat de Gereformeerde Kerk Vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerk. Over verdere aanpassing van het werkgebied denkt men na.

In 2010 doet Anna Maria Heinemann onderzoek naar de geschiedenis van Het Dameshuis en de beide erflaters. Ze legt dit vast in het boekje “Thomas Scheltus stichting, voorheen Het Dameshuis”, met als ondertitel ‘Van familiekapitaal tot vermogensfonds’. De secretaris, die de schrijfster met raad en daad bijstaat, zoekt op enig moment nog naar informatie op internet. Dan blijkt tot ieders verrassing de stichting eigenaar van een graf op de begraafplaats aan de Soesterweg. De drie dames in het huis die als eersten overleden liggen daar begraven. Het bestuur koopt het graf ‘voor de eeuwigheid’ rond 1900 voor 25 gulden. De familie van een dame plaatst een staande steen, de andere dames krijgen er geen. Daar zorgt het bestuur in 2016 alsnog voor.
© 2020 Wulf Hofland

p.s. Het boekje is verkrijgbaar via het secretariaat van de stichting, bereikbaar via www.thomasscheltus.nl
Uw reactie, vragen, op- en aanmerkingen kunt u kwijt op: contact@amersfoorteneem.nl