In oktober 1920 komt Ignaz Karl Furgler ter wereld in Gries een voorstadje van Bolzano, hoofdstad van Zuid-Tirol in Italië. Oorspronkelijk een provincie van Oostenrijk maar na de 1e wereldoorlog toegewezen aan Italië. De bevolking spreekt vrijwel uitsluitend Duits. Als twee jaar later Mussolini aan de macht komt schrapt men die taal en wordt Italiaans de voertaal. Mogelijk mede reden voor de familie Furgler om te verhuizen naar Innsbruck in Oostenrijk.
In 1933 komt in Duitsland Hitler aan de macht. Dat brengt ook in Oostenrijk onrust te weeg. Onder de bevolking krijgen de fascisten steeds meer aanhang. Als Hitler in maart 1938 Oostenrijk annexeert is het land een gewillige prooi. Dat geldt ook voor jongens als Ignaz. Hij werkt als leerling-schoenmaker en heeft het niet breed. En er is dienstplicht. Hij wil niets liever dan zijn bestaan de rug toekeren. Anderzijds voelt hij niets voor het leger en wil zeker geen gevechtstaak aan het front.
Oorlog
Direct na de annexatie richt de SS in Wenen de Standarte ‘Der Führer’ op. Ignaz komt in contact met een SS-ronselaar. Hij is bijna 20 en op die leeftijd wordt je in Oostenrijk opgeroepen voor militaire dienst. De ronselaar wijst hem op de taken van de SS (SchutsStaffel); bescherming van leiders en bewaking van gevangenen. Daarvoor is de SS opgericht. In de kampen zitten vooral politieke tegenstanders van Hitler. En wie tekent bij de SS hoeft niet in militaire dienst. Ignaz tekent bij ‘Der Führer’, voorkomt een oproep voor de Wehrmacht en denkt zo dienst aan het front te ontlopen. Maar dat pakt anders uit. De SS groeit in enkele jaren uit tot de grootste organisatie binnen Nazi-Duitsland met vele diensten en vertakkingen. De SS-Standarte “Der Führer’ behoort tot de militaire tak die in de oorlog naam krijgt als militaire elite. De eenheid is goed geoefend, uitstekend uitgerust, gedisciplineerd. Tijdens de inval in Polen (sept. 1939) ligt de eenheid in Praag en komt niet in actie. De eerste oorlogservaringen doet men op in mei 1940 aan de Grebbelinie. De brigade van Ignaz is toegevoegd aan de ‘207e Infanteriedivision’. Deze divisie heeft opdracht Oost-Nederland binnen te vallen, de IJssel over te steken en richting Amersfoort op te trekken. De SS-brigade fungeert als stoottroep bij de Grebbe. De eenheid van Ignaz betaalt daarvoor een hoge prijs. Van alle Duitsers die op de Grebbeberg sneuvelen is ruim de helft (136) van de SS-Standarte “Der Führer”. Na de Nederlandse capitulatie blijft de eenheid in Amersfoort. Daar ontmoet Furgler Annie Pieters.

Amersfoort
Na de oorlogsdagen van ‘40 pakt ieder het gewone leven weer op. Er zijn nog geen tekorten, geen vervolgingen. De gevolgen van de bezetting lijken mee te vallen. Ook het uitgaansleven gaat gewoon door. Amersfoort was een garnizoensstad en is dat ook nu. De plaats van de Nederlandse militairen is overgenomen door de Duitsers. Naast de bestaande uitgaansmogelijkheden komt er in sociëteit Amicitia een “Wehrmachtheim”, soldaten drinken er een biertje en er zijn dansavonden. Annie Pieters en Ignaz Furgler ontmoeten elkaar en het klikt tussen beide. Er komt een moment dat Annie thuis over haar vriend moet vertellen. Ze realiseert zich dat hij tot de bezetters behoort. Annie probeert de schade te beperken en vertelt dat Ignaz Oostenrijker is en uit Innsbruck komt. Je hoort vader en moeder Pieters denken; gelukkig geen Duitser, maar een ‘gemütliche’ Tiroler. Als Ignaz komt kennismaken komt de waarheid aan het licht. Op de drempel niet een Wehrmachtsoldaat; op de rechter kraagspiegel prijken runentekens, het symbool van de SS ! Oei …
En toch … ondanks hun afkeer van Hitlers soldaten laten ze hun dochter niet vallen en krijgt Ignaz zijn plek aan de Kapelweg. Hij dwingt respect af en wordt een graag geziene gast. Dat vooral omdat Ignaz een andere mening blijkt te hebben dan men van een SS-er verwacht.
Rond de jaarwisseling 1940/41 blijkt de liefde tussen Ignaz en Annie vrucht te dragen. Voor de bevalling heeft de SS haar eigen richtlijnen en organisatie. Annie moet daarvoor naar Pernitz vlak bij Wenen. Het voormalige ziekenhuis Wienerwald is door de SS omgedoopt in “Heim Ostmarkt” en onderdeel van het project voor een zuiver Arisch ras; Lebensborn. In juni ’41 bevalt Annie van een zoon. Direct doet zich een probleem voor. Welke naam voor haar zoon Annie ook noemt, alles wijst men af. Het dient een duidelijk Arische naam te worden. Men wordt het na lang touwtrekken eens over Edie. Een naam afkomstig uit de Griekse mythologie en verklaart als het schild van Zeus.
Diezelfde maand opent Hitler de aanval (22.06.41) op Rusland, operatie Barbarossa. De SS Standarte “Der Führer” van Furgler is toegevoegd aan de divisie Das Reich en trekt naar Moskou. Het is het onderdeel dat de stad het dichtst nadert. Hij hoort via de veldpost van de geboorte van zijn zoon en weet dat hij die pas bij een volgend verlof ziet. Dat verlof heeft Ignaz in de zomer van 1942. Dan trouwen ze. Dat kan niet op het stadhuis. Voor soldaten van het bezettingsleger gelden aparte regels. Die dienen te trouwen voor een Duitse ambtenaar. Amersfoort valt onder de Duitse burgerlijke stand van Amsterdam. Kort er voor is Ignaz bevorderd tot SS-Sturmmann, vergelijkbaar met de rang van korporaal.

Desertie
Met Das Reich is “Der Führer”actief in andere delen van Europa. In de winter 1942-43 gaat hij weer naar het Oostfront, richting Kharkof en Kursk. In de buurt van Kiev besluit Ignaz te deserteren. Hij verzamelt noodrantsoenen en organiseert valse papieren. Samen met een vriend gaat hij er vandoor. Het is gissen naar de reden maar er zijn aanleidingen genoeg. Krijgt hij een afkeer van het fascisme dat hem vanaf zijn geboorte achtervolgt ? Voelt hij zich bedonderd door de ronselpraktijken van de SS ? Heeft hij een afkeer van de gruwelen aan het front ? Hoort hij van de verschrikkingen in Babi Yar bij Kiev waar een ‘Einsatzgruppe’ in twee dagen 35.000 joden vermoordt ? Of zijn vrouw en kind in Amersfoort de reden ? Waarschijnlijk spelen meerdere factoren een rol. In ieder geval is hij bereidt het risico te nemen. Op ‘Fahnenflucht’ (desertie) staan de zwaarste straffen; plaatsing in een strafbataljon of executie. Ondanks dat men op gedeserteerde soldaten jaagt bereikt Ignaz Amersfoort. Zijn vriend niet, die sneuvelt onderweg. Een stuk van de route legt Ignaz af per trein, maar vervalste papieren blijven een risico. Een groot deel loopt hij daarom, voor de veiligheid nachts en verkleed als vrouw. De noodrantsoenen die hij meenam zijn spoedig op en dat dwingt hem eten te stelen. De tocht duurt 3 maanden maar dan is hij ook in Amersfoort bij Annie en Edie. In eerste instantie blijft Ignaz bij zijn schoonouders, vrouw en kind op de Kapelweg. Uiteraard weet de omgeving van het huwelijk. En de legereenheid zal ongetwijfeld zijn vermissing hebben doorgegeven aan de Duitsers in Amersfoort. De situatie in huize Pieters vraagt om problemen. Het gaat dan ook fout. Als ze hem komen arresteren vlucht Ignaz hals over kop. Hij raakt daarbij gewond en komt in het ziekenhuis. ‘s Nachts halen Annie en haar vader hem daar weg en brengen hem onder bij een kennis aan het Borneoplein. De volgende dag arresteren de Duitsers vader en dochter. Maar hun verhoren leveren niets op en ze mogen weer naar huis.
Verzetsstrijder Karl
Hoe en wanneer Ignaz in het Amersfoortse verzet terecht komt is niet bekend. Hij is een onafhankelijk strijder en geen lid van een verzetsgroep. Noodgedwongen verandert hij vaak van onderduikadres en op enig komt hij terecht Henk Bovee, die lid is van groep van de Raad van Verzet (RvV). Binnen het verzet noemt men Furgler bij zijn tweede voornaam Karl. Mogelijk omdat Ignaz in Nederland ongebruikelijk is. Karl of Karel is meer algemeen en een betere dekmantel. En als Karl gaat hij Amersfoorts geschiedenis in. Met zijn militaire opleiding en ervaring is hij een gewaardeerde versterking voor het Amersfoortse verzet.
In het verzet levert ook Annie haar bijdrage. Niet alleen als koerierster. Bij een actie in het ‘Kriegslazaret’ aan de Hogeweg zijn zowel Karl als Annie van de partij.

Dat zijn situatie moeilijk is ondervindt hij als hij tijdens een actie zwaar gewond raakt. Onder strenge politie bewaking ligt hij in het ziekenhuis. De situatie is uitzichtloos; gedeserteerd als SS-er en opgepakt bij een verzetsactie ! Medisch zal men hem oplappen, verhoren en dan rest executie. Zijn makkers uit het verzet begrijpen het risico en bevrijden hem. Vanwege zijn zware wonden is Karl te zwak om te lopen of te fietsen. Liggend in een handkar, onder hout verstopt brengen ze hem naar de werkplaats van Henk Wassink in de Vijver. In het krullenhok van deze meubelmaker ligt hij redelijk comfortabel. De opgelopen wonden eisen verzorging. Elke dag komt de dokter, behalve op zondag. Dat valt in het stille straatje te veel op en brengt onnodige risico’s mee. Karl herstelt. Hij komt later nog wel bij Wassink thuis; voor een partijtje schaak.
Bij de overval op het distributiekantoor in Plantsoen West, op 11 februari 1944 is Karl eveneens betrokken. Ondanks de goede voorbereiding gaat het mis. Er wordt alarm geslagen en van het naastgelegen politiebureau opent men het vuur. Men blaast de aftocht. Drie verzetsmensen raken gewond. Één wordt door zijn makkers afgevoerd, een ander is zwaar gewond, raakt in gevangenschap en verdwijnt in ‘Nacht und Nebel’. Karl, in de uniformjas van de politie, ontkomt ondanks zware verwondingen. Hij vlucht, zoals afgesproken, naar het eethuis van Alblas in de Scherbierstraat. Hij kent de plek omdat het een van de adressen is waar hij als onderduiker slaapt. Daar kruipt hij weg op zolder. Er is een oploopje dat door de gealarmeerde politie op afstand wordt gehouden. Dan verschijnt opperluitenant A.J. Hafkamp. Een politieman die niet als ‘fout’ te boek staat. Toch gaat hij op dat moment in de fout. Na gewacht te hebben gaat Hafkamp tot actie over. Niet om de zwaargewonde verzetsman te helpen, maar door hem ter plaatse te liquideren. Let wel; Hafkamp is een Nederlandse politieman en hoeft geen actie te ondernemen. Hij kan niet anders weten dan dat er een gewonde (politie)man in het pand is. Aan de journalist Eelke de Jong (Haagse Post .3.2.1968) vertelt hij:
“Ik ben toen de trap opgeklommen en heb Fürgler gesommeerd zich over te geven. Vervolgens heb ik 2 maal een waarschuwingsschot afgevuurd, waarna ik hoorde, dat de gewonde, die ik niet duidelijk kon waarnemen, de slede van zijn pistool overhaalde. Toen heb ik gericht gevuurd. Later bleek, dat mijn kogel in zijn hart was doorgedrongen”.
Maar het verhaal van Hafkamp strookt met geen van de andere verklaringen. Hoe de werkelijkheid ook is; Hafkamp hoeft niet te schieten. Hij had evenmin reden om ter plaatse te zijn. Een bloedspoor geeft aan dat Furgler gewond is. Hafkamp had om versterking kunnen vragen om de verzetsman gevangen te nemen. Het zou voor Furgler slechts uitstel van executie zijn geweest. Als gedeserteerde SS’er maakt hij geen kans. Het is slechts een afweging achteraf. Wist Hafkamp wie zich op die zolder verborg ? Wat hem deed besluiten te schieten, al dan niet met het doel te doden, blijft mogelijk voor altijd onduidelijk. Hafkamp ontloopt na de oorlog een veroordeling. Als hij zich moet verantwoorden blijkt hij kort ervoor vertrokken te zijn naar Nederlands-Indië. Hij komt terug als de storm geluwd is. Hij wordt ‘gezuiverd’ al is de gang van zaken onduidelijk, evenals de afronding. Een officieel rapport of verklaring lijkt niet te vinden. Hafkamp maakt zelfs carrière bij de politie.

Vanaf die elfde februari is er sprake van moord. Direct na de oorlog, nog in 1945, komt de oorlogsroman ‘Tyrannij’ uit waarin de hoofdpersoon over Karl zegt; ‘ze hebben hem op zijn bed vermoord’. Als Hafkamp later in het openbaar verschijnt roept men vanuit het publiek ‘moordenaar’. En ook op het herdenkingssteentje dat zijn zoon Ed in 2019 op de Kapelweg onthult staat het duidelijk. Karl is vermoord !
Na de oorlog wordt Ignaz Karl Furgler herbegraven op de Erebegraafplaats Rusthof in Amersfoort tussen de Nederlandse en geallieerde soldaten. Elk jaar op de 4e mei staan er bloemen op zijn graf. Hij is niet vergeten.
© 2020 Wulf Hofland – herzien zomer 2021
Uw reactie, vragen, op- en aanmerkingen kunt u kwijt op: contact@amersfoorteneem.nl