De Bibliotheek en het Archief Eemland bezitten bijna alles over Amersfoort en de Eemvallei. Het is de makkelijkste weg te werken met wat voorhanden is. Maar ook bij de buren is er informatie over de onze geschiedenis. Kijken over de schutting levert vaak bruikbare informatie op. Als in Amersfoort sprake is van oorlog met Gelre (graafschap), dan is er in Gelre iets te vinden is over die oorlog met Amersfoort. Veel geschiedenis ligt ook vast in boekhoudingen. Kleine en grote aanwijzingen staan in de rekeningen van het bisdom Utrecht en steden als Deventer, Geldern en Zwolle. De boekhouding gaat in de middeleeuwen niet per kalenderjaar, maar begint en eindigt op 21 september. Het is de dag van Sint Mattheus, patroon van boekhouders, douane (tol) en belastingdienst (tienden). Het gaat niet om de bedragen, maar vooral om de verantwoording.
Een voorbeeld. Het belang van de Eemmonding voor het Sticht (bisdom Utrecht) en Amersfoort, zo tussen 1200 en 1500, komt elders aan de orde. Het Sticht is dan omgeven door de vijanden Holland en Gelre. Slechts de Zuiderzee geeft vrije doorgang naar het andere deel van het bisschoppelijk gebied; het Oversticht, ten noorden en oosten van de IJssel. De Eemmond is van groot strategisch belang. In de boekhouding van het Sticht zijn ook de reizen van de bisschop verantwoord. Vaak komt de route van Ter Eem naar en van Kampen aan de orde. Zo staat in de rekening van 1378: “11 october kwam de hofmeester met enige edelen uit Rhenen naar Utrecht. De bisschop volgde twee dagen later en reed 14 october naar Ter Eem, waar de 15e het schip dat de vorst naar Overijssel brengt, van proviand werd voorzien”. En een half jaar later op 16 mei 1379 rijdt de bisschop weer naar Ter Eem, om de volgende dag naar Overijssel te varen. Een deel van zijn gevolg blijft achter in Ter Eem. Mogelijk vaart de bisschop vanaf Ter Eem met een klein bootje naar een groter schip in de Eemmond. Dat vermoeden komt voort uit de rekeningen in het Oversticht. Daar is telkens sprake van schepen die naar “die Eme” varen of naar “het gat van de Eem” . Men vaart niet naar een haven, maar naar de monding of een plek in zee voor die monding.

Een van de mooiste is die van de stad Elbing (1350) in Polen.
Kennis over onze geschiedenis is er ook bij de buren in Zuid-Flevoland. Door de drooglegging is het bodemarchief daar makkelijker toegankelijk geworden. De ‘natte’ archeologie noemt het gebied tussen Nijkerk en de Eemmond een scheepskerkhof. Van de negen koggen die in de Zuiderzee zijn gevonden, liggen er vier in de zuidrand van de nieuwe polder.
Hoe gevaarlijk de reis in oorlogstijd is lezen we ook in de boekhouding van het Oversticht. In meerdere stadsrekeningen staat een aantekening als “der vloete mit linie in die Eme gecomen”. De vloot varend in konvooi komt in de Eem. Als de vloot in Kampen klaar ligt, gaat een bode naar omliggende steden met de mededeling dat de vloot klaar ligt om naar ’t Gat van de Eem te varen. Voor ieder die mee wil of vracht heeft is dit de laatste gelegenheid. Een middeleeuwse ‘last minute’. We weten dit omdat de bode in de stad waar hij het bericht brengt, een vergoeding krijgt die in de boekhouding is verantwoord. De rekeningen van de toenmalige vijand Gelre komen tevens van pas. De steden hebben heervaart, wat inhoud dat ze manschappen moeten leveren als de graaf van Gelre ten oorlog trekt. Het onderhoud van die mannen is op kosten van de stad. Volgens de rekeningen van het plaatsje Geldern (over de grens bij Venlo) levert men in 1420/1421 voor het beleg van Amersfoort; vijf man met hun knechten, te samen 12 paarden, en vijf schutters te voet. Voor diezelfde gelegenheid zendt Zutphen 23 ‘ghelavien’ (lansiers). Uitgaven doet Zutphen voor brood, erwten, kaas, bier, haver etc. Uiteraard vergoedt een stad ook voorkomende bedrijfsongevallen. Zo heeft ene Johan Hermans “op die reyse in die Eme enen yseren hoet verloren”. Dus betaalt de stad een nieuwe helm.
Het zijn zo maar wat voorbeelden. Ze geven aan dat er nog veel kennis te halen is, simpelweg door over de eigen schutting te kijken.
© 2020 Wulf Hofland
Uw reactie, vragen, op- en aanmerkingen kunt u kwijt op: contact@amersfoorteneem.nl