Waar de eerste Heer van Amersfoort vandaan komt weten we (nog) niet. Evenmin wanneer hij zich aan de Eem vestigt. De eerste vermelding is in een akte uit 1119. Dan is er sprake van ene Diederik van Amersfoort. We gaan terug naar die tijd en proberen wat meer zicht te krijgen op dit stukje geschiedenis.
De voor geschiedenis
In de 11e eeuw pakt de graaf van Gelre de Veluwe af van de bisschop van Utrecht. Ze vechten er keer op keer om. Een gevechtspauze treedt in als paus Urbanus II in 1095 een oproep doet om Jeruzalem te bevrijden. Die stad is in Turkse handen. De oproep is het startsein voor de eerste kruistocht (1096-1099). Aspirant deelnemers dragen op de rechterschouder een witte lap met een rood kruis. Dit teken staat later op de schilden en vanen. De kruisvaarders uit het Sticht vechten onder aanvoering van Robert van Vlaanderen. Ze keren in 1101 terug met verhalen, kennis en ervaring. Één van die verhalen is de legende van Georgius van Cappadocië, in de 4e eeuw officier in het Romeinse leger. Tijdens een vervolging van christenen sterft hij in 303 de marteldood. Later voegt men aan zijn levensverhaal de legende met de draak toe. Na de kruistochten krijgt hij bekendheid in Europa. Wij kennen hem als Sint Joris en in Engeland heet hij Saint George. Kerken en kapellen krijgen zijn naam. Wanneer men Sint Joris gaat afbeelden komt het teken van de kruisvaart op zijn schild of vlag.

Ridder van de Amervoorde
Veel teruggekeerde kruisvaarders wacht een beloning. Lijfeigenen geeft men de vrijheid. Ridders krijgen soms een landgoed in beheer. Is dat ook het geval in Amersfoort ? De reden ligt voor de hand. Na de kruistocht laait de oorlog met Gelre weer op. De Eemvallei ooit vredig midden in het Sticht, is nu grensgebied. In de loop der jaren bouwt de bisschop meerdere versterkingen om zich tegen Gelre te verdedigen, onder andere in Amersfoort, Rhenen en Ter Eem. Op de oorkonden die de Heren van Amersfoort ondertekenen staat ook hun titel; ‘miles’, of wel ridder. Een strijdbare titel die past bij de functie als commandant van de grensvesting Amersfoort. In 1119 staat als eerste ene Diederik van Amersfoort in de oorkondeboeken. Hij schenkt dan zijn goederen te Davitslaar (Davelaar onder Scherpenzeel of Daatselaar bij Renswoude ?- wh) aan zijn dochter Henrika die gehuwd is met Hugo de Botter. Deze Hugo komt ook voor in werken van Johannes de Beke (Beka) uit de 15e eeuw. En de annalen van Egmond uit de 12e eeuw noemen hem Hugo Butyrum, de “sterkste van de Dietse (Hollandse) ridders”. Butyrum is Latijn voor botter of wel boter. De oorkonde uit 1119 is volgens sommige een falsum, een vervalsing. Dit betekent niet per definitie dat de gegevens onjuist zijn. Immers ook een vervalste akte dient een doel, namelijk een bewijs te leveren. Of zoals A. De Goede het schrijft in het boekje “Eemland” (1946): ‘men placht middels falsa bestaande rechtsverhoudingen te verklaren. Hoewel de oorkonde, waarmede men dit wil aantonen, een vervalsing is, betekent dit nog niet, dat de in die oorkonde omschreven rechtsverhouding niet bestond’.

De linken
Algemeen neemt men aan dat de naam Sint Joris niet alleen de kerk siert, maar ook de kapel die er eerder staat. Aangezien de naam Sint Joris pas na de 1e kruistocht in onze gebieden bekend wordt, is de kapel na 1100 in gebruik genomen. De oorkonde met de naam Diederik van Amersfoort dateert van 1119. Vestigt de bisschop tussen deze beide jaartallen zijn hof in Amersfoort ? De Heren komen niet uit een adellijke familie. Een familienaam ontbreekt. De ridder op de hof noemt zich naar het gebied dat de naam al een eeuw of langer draagt; Heer van Amersfoort. Met de stadsrechten in 1259 krijgt Amersfoort ook een eigen stadsbestuur. De Heren verlaten daarom de stad en laten de naam achter. Zij noemen zich naar hun nieuwe kasteel: Heer van Stoutenburg.

Er is nog een verwijzing naar de kruisvaart. Het wapen van Amersfoort is gelijk dat van de kruisvaarders; een rood kruis op een witte achtergrond. Of in termen van de heraldiek (wapenkunde); ‘een kruis in keel op een veld van zilver’. Gezien de impact van de kruistochten verwacht je dit wapen vaak aan te treffen. Een kruis staat immers op vele Nederlandse wapenschilden. Het wapen van Amersfoort is echter als enige gelijk aan dat van de kruisvaarders. Geen andere stad, provincie of familie heeft hem. Het wapen is gekoppeld aan de stad en is niet het persoonlijke wapen van de Heren. Dan zouden zij het hebben meegenomen naar Stoutenburg. Buiten Nederland komt het wapen vaker voor. Het bekendste zijn de vlaggen van Engeland, Georgië en Moskou.
De naam Sint Joris voor kapel en kerk, de oudste oorkonde, het stadswapen en het ridderschap van de Heren zijn vier verwijzingen naar de kruistocht. Ze geven een mogelijk verband tussen de eerste kruisvaart en de stichting van de veste Amersfoort, ergens tussen 1100 en 1119.
© 2021, Wulfred Hofland
Uw reactie, vragen, op- en aanmerkingen kunt u kwijt op: contact@amersfoorteneem.nl